Nadat mijn broer en ik een vrij heftige noordwand in de Alpen hadden geprobeerd te beklimmen, en we op de terugweg naar de auto midden in de verlatenheid in een bos een kerkhof tegenkwamen, realiseerde we ons dat we misschien wat minder extreem moesten gaan doen. Het kerkhof was gevuld met diegene die al overleden waren op die betreffende noordwand. En we hadden tenslotte allebei kinderen..
Dit is een verslag over een meerdaagse trektocht door de Grand Canyon, weg van de toeristen, door trouwe lezer Marco, auteur van Fietsen op de Maan. Marco woont in Amerika en beschrijft zichzelf als kleinschalige avonturier. Samen met zijn Nederlandse broer trekt hij er vaak op uit, op zoek naar manieren om zijn jongenshart te doen springen van geluk.
Het begin van een meerdaagse trektocht door de Grand Canyon
Het is 2016. En we wilden dus iets anders gaan verzinnen dat ons gevoel van avontuur nog zou verblijden, maar wat minder makkelijk dodelijk zou kunnen zijn. En aangezien ik in het zuidwesten van de Verenigde Staten woon, kwam het idee van iets doen in de Grand Canyon al vrij snel naar boven borrelen. Maar, natuurlijk geen zin om tussen de gemiddelde toerist over het meest gangbare pad omlaag naar de Colorado Rivier te hobbelen, en dan tussen de mensen weer omhoog. Nee, het moest dan wel weer meer op onze stijl. Dus we gingen aan het puzzelen om off-the-beaten path de Grand Canyon te bezoeken. We droomden van een grote trektocht.
Leestip: een roadtrip door het Wilde Westen van Amerika met alle hoogtepunten
De voorbereiding van de trektocht
De uitdagingen van trekken door de Grand Canyon
De Grand Canyon is inderdaad wat het zegt: “Grand”. Het nationaal park bestrijkt maar een deel van de eindeloze uitgestrekte wildernis. Maar dat is ook het enige deel dat enigszins begaanbaar is. Veel van het Grand Canyon landschap ligt in reservaatgebied, en mag alleen met toestemming van de Native Americans betreden worden. En buiten het nationaal park om zijn er dan ook zo goed als geen paden.
En voor wie denkt: “Ach, dan maak ik toch m’n eigen pad”. Bedenk dan dat het geringe aantal paden in het nationaal park niet is omdat ze het ruig en natuurlijk willen houden. Nee, het is gewoon zo goed als onmogelijk meer paden aan te leggen door de onbegaanbare structuur van de canyon. En veel van de rots is te zacht en brokkelig om veilig te klimmen, dus dat is ook geen optie. Dus om een mooie tocht te lopen is de meest voor de hand liggende optie binnen het nationaal park te blijven.
Welke vergunningen heb je nodig voor een tocht door de Grand Canyon
Dat vereist voor tochten die een of meerdere overnachtingen bevatten een vergunning die aangevraagd moet worden bij het nationaal park. Hoe populairder de route, hoe kleiner de kans een vergunning te scoren. Voor het beste pad omlaag naar de rivier en er weer uit, het “Bright Angel Trail”, is de kans om een vergunning te krijgen vrij klein. Mensen sturen jaar na jaar in om daar een vergunning voor te krijgen en hebben het nog steeds niet kunnen doen. De primitievere regio’s van de canyon daarentegen zijn wat makkelijker. Maar die plekken brengen weer extra risico met zich mee. Met het grootste risico: watergebrek. Terwijl er veel blauwe lijntjes op de kaarten van de Grand Canyon staan moeten we ons bedenken dat daar over het algemeen alleen maar water is als er water uit de lucht valt en het zich daar verzamelt.
Onze eigen wandelroute van 260km door de Grand Canyon
Dus, ik ga aan de puzzel volgens Marco style. Niet kijken wat er goed te doen is, maar wat ik zou willen doen, en hoe we dat mogelijk kunnen maken. Wat resulteert in het uitstippelen van een route die afdaalt in de canyon bij de meest stroomopwaartse grens van het nationaal park, en de canyon weer uit zal komen op de meest stroomafwaartse grens. Een totaal van ongeveer tweehonderdenzestig kilometer, waarin we door het afdalen en weer uit de canyon stijgen, en alle zij-canyons moeten kruisen, we evenveel hoogtemeters als de Mount Everest zullen beklimmen vanaf zeeniveau. En dan ook weer terug naar beneden.
De 260 kilometer heeft de wandeling terug naar de bewoonde wereld vanaf waar we de canyon uitkomen erbij inbegrepen. Want dat pad komt de canyon uit op een plek waar zelfs maar weinig terreinwagens durven te komen, zo slecht zijn de zogenaamde wegen. Maar we merken ook dat het afhangt waar de informatie vandaan komt, wat de uiteindelijke afstand zal gaan worden. Volgens mijn elektronische topografische kaarten komt het op meer kilometers uit, terwijl de tabellen van de Grand Canyon website het wat minder kilometers zullen maken.
Daarnaast zullen we mogelijke zij-uitstapjes maken voor water of het maken van een mooie foto, dus die 260 is een grove schatting.
Water is de beperkende factor tijdens een meerdaagse hike door de Canyon
In de Grand Canyon is water de meest beperkende factor voor hoe een route opgehakt kan worden in dagen en overnachtingen. De route die wij op het oog hebben heeft twee lange delen waar water een echt probleem is. Er is een deel waar we voor twee dagen water mee moeten dragen, en voor het andere droge deel voor drie dagen. En in de droogte en hitte van de Grand Canyon is dat een heel gewicht. Zelfs met het feit dat we de tocht willen lopen in oktober of november houdt het water gebruik minimaal acht tot tien liter per dag per persoon in (dat is inclusief de overnachting), en dan moet er nog wat aan reserve gedacht worden. In de zomerperiode zou dat nog veel meer zijn, dus dat is geen optie.
De meerdaagse route
Gedetailleerde planning voor voor onze route
De gehele route zou door die opsplitsing dertien dagen in beslag nemen, dus gemiddeld rond de twintig kilometer per dag. Lijkt niet veel, maar we spreken over zulk weinig belopen landschap dat hele delen van onze route bekend staan als “route”, en niet als “pad”.
Er zullen op die delen hier en daar steenmannetjes staan, maar een beloopbaar pad zal daar niet perse te vinden zijn. Dus afhankelijk van waar de route loopt, kan dat een heel traag en moeizaam proces zijn. Op andere delen, in grote open vlaktes kan het flauwe voetspoor in het stof en zand makkelijk kruisen met een vaag spoor van wilde ezels of coyotes, en wordt het makkelijk om per ongeluk het “verkeerde pad” te nemen.
En bedenk daarvoor dat in hele grote delen van de Grand Canyon een GPS niet werkt of zeer onnauwkeurig je plaats aangeeft. Omdat je in een canyon zit kan je GPS niet altijd alle nodige satellieten bereiken. En datzelfde geldt dus ook voor telefoon. In de gehele canyon is er geen mobiel bereik, en net als een GPS doen satelliettelefoons het maar beperkt. Ook van die speciale noodsignaal zenders doen het veelal niet. Dus wie zich in de echte verlatenheid van de Grand Canyon begeeft is op zichzelf, ook in geval van nood.
Overleg met de rangers en veiligheid
Dus ik neem contact op met de rangers van het nationaal park om de route te bespreken. Voor normale wandelingen nemen ze daar de tijd niet voor, maar voor wat wij in gedachte hebben is dat anders. Ze ondervragen me ook over ervaring in de verschillende soorten wilderness enzo, want ze willen zeker zijn dat we geen krantenartikel gaan worden. De ranger waar ik mee praat waarschuwt me met name voor het droge deel dat drie dagen zal gaan nemen. Ze noemen dat deel “No-Mans-land”. Hij vertelt me dat ze daar geen reddingsacties doen, alleen maar berging. Dus als je daar in de problemen komt dan kom je er op jezelf uit of ze halen je lijk uit de canyon. Gezellig. En wij dachten wat minder met de dood te gaan spelen. Maar we beseffen ook dat goede voorbereiding heel veel van de gevaren van de Grand Canyon kan uitsluiten. Dus we zetten onze plannen voort.
Lichtgewicht materiaal en voorbereidingen
Het houdt wel in dat we door het watergewicht dus heel erg lichtgewicht moeten gaan wat betreft ons andere materiaal. Dus in het najaar 2015 en voorjaar 2016 beginnen we al ons oorspronkelijke materiaal te sorteren en wegen. Wat kan er lichter zonder dat het ons een hoop centen gaat kosten? Een kilo minder is een liter water dat mee kan, dus elk beetje scheelt. Terwijl we dat doen zorg ik dat de aanvraag voor een vergunning voor het najaar van 2016 klaar is. Je kan de vergunning maar vier maanden van tevoren aanvragen, en je hoort binnen een week of drie a vier of je goedgekeurd bent. En het is belangrijk je aanvraag goed voor te bereiden volgens de beschrijvingen op de Grand Canyon website, want fouten betekent geen vergunning. Ieder paar dagen buk ik me over de topografisch kaarten van de Grand Canyon om het terrein uit m’n hoofd te leren, en precies te weten waar de mogelijke water plekken zijn, mogelijke plekken om een tentje op te zetten, en natuurlijk de mogelijke ontsnappingsroutes. Alle voorbereidingen worden tot in detail uitgewerkt. Met de ongeldigheid van de Grand Canyon kun je geen risico’s nemen. Met sommige delen waar we doorheen zullen trekken is een fout al heel snel een ramp.
Waterzuivering en overlevingsstrategieën
Neem alleen maar de voorbereiding van waterzuivering in gedachte. Het water dat te vinden is, is vaak niet te verwerken. Het kan een stroompje zijn, niet meer dan een lekkende kraan die uit een geul in de rots komt en over vlakke rotsen in het zand verdwijnt. Je kan het niet “opscheppen” of “even in je fles laten lopen”.
Dus een soort trechter van tentdoek maakt het mogelijk om dat soort water toch in een fles te laten lopen vanaf de platte rots. Plus dat het mogelijk te smerig is om zo te drinken (al het natuurwater in de Verenigde Staten heeft Giardia parasieten dus het moet altijd gezuiverd worden!).
Maar daarnaast is het vaak ook smerig met zand, algen, slijk, beestjes, of veel ernstiger (meer daarover later). Op sommige plekken kunnen we water halen uit de Colorado Rivier, die meestal meer op chocolademelk lijkt dan water, en echt helemaal niet schoon is wat dode beesten, afvalwater en dat soort spul betreft.
Dus “water maken”, het drinkbaar maken van water, is een kunst op zich. Een klein pannetje met een nylon doek erover gespannen haalt de ergste drap eruit. Dan laat je dat enigszins schone water een tijdje bezinken, en pomp je met je filter pomp water van bovenaf. En dan nog even een UV lampje (SteriPen) erdoor. Maar, soms is het nog steeds te erg drap, en loopt de filter vol, en reikt het UV niet door alles heen. Dus dan maar wat pilletjes. Soms zal het mogelijk zijn goed water te “maken”, maar andere keren is zelfs het eten wat je ervan weet te maken vreemd van smaak, en dat is dan zachtjes uitgedrukt. Maar zolang het maar enigszins veilig is om te consumeren.
Bijna klaar voor vertrek: slecht nieuws & aanpassingen van de Grand Canyon trektocht route
Anderhalf jaar bezig geweest met de voorbereiding van de grand canyon trip, alle details tot in de puntjes uitgewerkt, en dan te maken krijgen met de slechte enkel van mijn broer.
Dus ik denk, en denk, en denk. Het idee van alleen gaan speelt door m’n hoofd, maar dat stuk “No-Mans-Land” maakt me toch wel een beetje nerveus. Dus ik pak de kaart erbij. Wat zou er mogelijk zijn? Ik volg de route op de kaart tot zo dicht mogelijk tegen “No-Mans-Land” aan. Want mijn geheugen vertelt me dat er vlak voor dat stuk een ontsnappingsroute is. Een primitief pad de canyon uit. En m’n geheugen was juist. Een officieel pad dat voor zeer ervaren hikers wel te doen zou zijn. Dus wat als ik dat als eindpunt zou nemen? Dan zou de totale route rond de honderdzestig a honderdtachtig kilometer komen, met alleen het stuk van twee dagen waar al het water meegenomen moet worden. Er zit dan wel ook een tweedaags stuk in dat inderdaad als “route” en niet als “pad” wordt aangeduid, maar dat zou moeten kunnen. En ik zou alleen gaan. Dus een foutje zou dan nog sneller een ramp worden.
Nog meer lichtgewicht en de vergunningsaanvraag voor de Canyon
Dus opnieuw plannen, met enige haast, want de vergunning moet aangevraagd worden. Ik snij nog meer gewicht terug, want reserve water is nu nog meer van belang. Een verstuikte enkel kan genoeg vertraging opleveren dat de water voorraad niet toereikend zou kunnen zijn. Geen brander, en als eten alleen maar dat wat ik op kan lossen in het water dat ik toch moet drinken. Ik vind een 1-persoons tentje dat op een trekking pole staat, en ik loop toch met trekking poles. Dus een slaapzak van zeshonderd gram, goede slaapmat van vijfhonderd gram, tentje zeshonderdvijftig gram. M’n elfhonderd gram Exped rugzak, donsvest van honderdtachtig gram, regenpak driehonderdzestig gram voor jas en broek. Zonnepaneeltje voor telefoon die m’n topo kaarten en camera bevat. Een zo klein mogelijke eerste hulp bij ongelukken. Mini hoofdlampje, en ga zo maar door. En dan heel veel mogelijkheden om water te vervoeren. Er moet ook een roestvrij stalen gaaszak mee om dingen te verpakken gedurende de nacht, want alles wat knaagt is op zoek naar eten en water. En je wil niet wakker worden met aangeknaagd voer want de “Zwarte Dood” (plaag) zit nog in een flink aantal knaagdieren in de Grand Canyon. Dus aangeknaagd eten moet je absoluut niet meer eten tenzij je het risico wilt nemen een heftig pijnlijke dood te sterven. Plus een aangeknaagde waterzak is een lege waterzak, hetgeen ook dodelijk kan zijn. Maar alles zo lichtgewicht mogelijk. M’n zwager sleept me nog wel mee naar de buitensportwinkel voor een vierhonderdtwintig grams stoeltje. Eerst wijs ik dat af, maar nadat ik er in de winkel in zit neem ik z’n aanbod graag aan. Dat gaat mee. Want na dag na dag sjouwen en ploeteren is lekker zitten wel heel erg prettig.
De start van het solo avontuur
Ik stuur de permit aanvraag in. En een ruime week later gaat m’n telefoon. Een ranger van de Grand Canyon: “Ja, we willen je heel graag die vergunning geven, maar het is ten eerste een extreme tocht en ten tweede wil je het solo doen.” Dus we willen even met je praten. Nee, niet om je eruit te praten, maar om zeker te zijn dat je begrijpt waar je aan begint”. Dus we praten een kleine twintig minuten, en vlak daarna heb ik de vergunning in m’n e-mail binnen. Ik zal van 28 oktober tot en met 4 november in m’n eentje in de Grand Canyon zijn. Ja, ik zal mogelijk hier en daar wat mensen tegenkomen, maar ook diverse dagen ga ik echt helemaal alleen zijn.
De eerste dagen: Tanner Trail en Escalante Route
Het is 27 Oktober. Met m’n rugzak en wandelschoenen achterin m’n pick-up truck rijd ik naar de Grand Canyon. Het meest gerieflijke is om in Flagstaff een hotel te nemen, maar dat is toch nog wel anderhalf uur rijden naar de ingang van het nationaal park. Dus ik ga vlak bij de ingang van het nationaal park op een parkeerterrein achterin m’n pick-up truck liggen onder de kap die ik daarop heb zitten. Het vriest dat het kraakt die nacht, want de zuidrand van de Grand Canyon is op ruim tweeduizend meter hoogte.
Vroeg wakker rijd ik het park binnen. Ik breng m’n truck naar “Hermit’s Rest”, waar ik de canyon uit zal komen. Van daaraf gaat een toeristenbus terug naar het “Grand Canyon Village”. Ik bezoek het backcountry office, waar de rangers beschikbaar zijn om eventuele vragen te beantwoorden. Daar leg ik mijn route voor ze neer en vraag of er nog ergens verrassingen te verwachten zijn, zoals opgedroogde bronnen, padden die van de rotswand af zijn gevallen, of dat soort onverwachte zaken.
De rangers lopen zelf sommige van de paden om die informatie te hebben, en vragen hikers ook om dat soort onverwachte veranderingen door te geven aan het backcountry office. Maar nee, voor zover ze nu weten zijn er geen vreemde dingen aan de hand. Maar, zegt de ranger, besef wel dat de informatie die we beschikbaar hebben over de meeste delen van je tocht al minstens drie weken niet is bijgewerkt, en de Grand Canyon is constant aan verandering onderhevig. Dus neem het zekere voor het onzekere, zeker wat extra water meenemen betreft.
SeventyFive Mile Creek en de Uitdagingen van de Route
Een half uur later zit ik in een veel te dure taxi op weg naar “Lipan Point”. Officieel mag je niet liften in het nationaal park, en omdat het nogal een lang stuk is, en ik nog een fikse dagafstand te lopen heb, heb ik geen zin om teveel tijd te besteden aan proberen een ritje te scoren met het risico door een ranger opgepikt te worden omdat ik m’n duim op steek aan de kant van de weg. De taxichauffeur vraagt me wat mijn plannen zijn, en mijn antwoord veroorzaakt zowat een ongeluk. Op “Lipan Point” laadt de chauffeur mijn rugzak uit en vertelt me dat ie nog nooit zo’n lichte rugzak uitgeladen heeft. Zeker niet voor zo een lange tocht als ik ga lopen. En dat terwijl er ongeveer tien liter water in zit.
Nog even neem ik enige tijd om met uitzicht over de Grand Canyon te bidden. Naast de risico’s zal het acht dagen alleen op pad zijn, met beperkt eten en zware dagen, wel iets zijn waar ik wat extra steun en veiligheid voor nodig zou kunnen hebben. En dan ga ik op pad. Over de “Tanner Trail” omlaag. En omlaag gaat het. “Tanner” is steil. En op sommige korte stukjes na is daar weinig verandering in. En hoe verder ik afdaal hoe slechter het pad wordt.
In en onder de rode rotsen (Red Wall) wordt het helemaal bar. Ja, in de Grand Canyon heeft iedere rotslaag z’n eigen karakter, en daardoor ook eigen karakteristiek wat voor pad dat je aantreft. En de rode rotsen en de laag daaronder zijn vaak steil, brokkelig, en wat pad betreft zeer voorzichtig stappen. Alles ligt los, een mengsel van grote stenen met grind en zand. Als je stil staat en je beweegt je grote teen ga je al aan het schuiven. Trekking poles komen hier goed van pas. Dus onderaan die schuivende grindbak begin ik mijn benen te voelen door het vele dalen. Ja, het plan is om tot zo dicht mogelijk bij de Colorado Rivier te komen, en dat is ongeveer vijftienhonderd hoogtemeters dalen over niet altijd makkelijk beloopbaar pad. En omdat ik eerste de truck moest parkeren aan het eindpunt, bij de rangers navraag wilde doen, op de taxi moest wachten, en toen nog naar “Lipan Point” gereden moest worden was er maar een stevige halve dag over. Dus met de zon al laag staand ben ik nog ongeveer een honderd hoogtemeters boven de Colorado Rivier. Ik heb genoeg water voor de nacht, en m’n knieën trillen wel heel stevig van al het dalen. Dus op een mooi plekje vlak langs het pad zet ik de tent op.
Dag twee ben ik al snel bij de rivier. Het was een wat stijve start in de dijen, maar het gaat. Bij de rivier ga ik stroomafwaarts langs de “Escalante Route”. En zoals het zegt, een “route”, niet perse een “pad”. Met diverse keren flink stijgen en weer dalen volg ik de Colorado Rivier. Onderweg, rond de lunch, neem ik wat tijd om de watervoorraad aan te vullen. Vanavond meer, geen zin om te veel mee te moeten dragen. Het is wel een uitdaging, om uit de bruine drap van de Colorado Rivier drinkbaar water te maken.
Ik tref het slecht, want het is inderdaad dikke chocolademelk, hetgeen niet altijd zo is. Soms kan de rivier redelijk helder zijn. De “Unkar Delta”, een beroemd punt in de Grand Canyon, ziet er prachtig uit. Er zijn niet veel bezoekers die dit prachtige stukje natuur van zo dichtbij mee maken. In de zij canyon van de “Escalante Creek” is het pad heel goed oppassen. Hele einden is het uitgesleten spoor dat de vijfenveertig graden steile helling met de hoogtelijnen volgt, niet veel breder dan de breedte van m’n schoenzool. En de helling gaat na een hooguit meter of tien omlaag over in een loodrecht afgrond. Een misstap en je bent verdwenen. Maar vlak daarna kan ik rust nemen. Tentje opzetten op een strandje aan de rand van de Colorado Rivier. Alles druipt van het vocht, hetgeen heel vreemd is met alles om me heen verder woestijn-achtig.
Avonturen in HorseShoe Mesa en Grapevine Canyon
Ik weet dat dag drie een zware dag zal worden, dus ik ben voor het eerste licht de tent uit en opgepakt. Met nog een extra motief in gedachte. Een half uur vanaf de tent plek is een smalle canyon, “SeventyFive Mile Creek”. En het pad daalt wat hogerop die canyon in en volgt de nauwe canyon totdat je weer bij de Colorado Rivier uitkomt. Steile wanden aan beide kanten, met de bodem van de canyon soms niet meer dan een paar meter breed. Hetgeen dus een levensgevaarlijk stuk pad is als het slecht weer mocht zijn, want dan kan er stormvloed door die canyon gieren die alles meesleurt.
Maar nu zo smorgens vroeg is de speling van het eerste licht in die smalle canyon heel apart. Plus dat als je omhoog kijkt je honderden en honderden vleermuizen tegen de ochtendhemel heen en weer kan zien vliegen op zoek naar een laatste snack voor de nacht. Als je een half uurtje later bent zijn die er niet meer. Dus even lekker genieten. Maar dat genieten is snel over na deze canyon. Het pad verdwijnt compleet. Op een steile puinhelling staan op zichtafstand steenmannetjes die de route aangeven. En het is echt heel slecht. Na een ruim uur ploeteren op de helling heb ik wel al bijna een kilometer afgelegd. En vandaag heb ik “maar” een ruime twintig kilometer te gaan. Dus dat gaat lekker. En dat gaat zo door met stukken waarvan de beschrijving al aangaf dat sommige mensen daar wel aan touw zouden willen, en dat rugzakken omhoog gehesen moeten worden of omlaag gelaten aan een touw. Maar ja, die luxe heb ik als solo hiker niet echt. Dus heel voorzichtig, en ik kom er netjes door. Maar het neemt allemaal oneindig veel tijd. En dan verlichting.
Een eindje na de “Red Canyon”, de afslag voor de “New Hance Trail” is er opeens weer een pad. Het probleem in de Grand Canyon is dat door erosie hele stukken pad ten tijde van een heftige regenbui kunnen verdwijnen. Het kan jaren duren voordat zo een verdwenen pad weer enigszins terugkeert, op weinig “belopen” stukken zelfs tientallen jaren. Dat is waarschijnlijk wat er op het stuk dat ik zojuist gepasseerd ben gebeurd is. Maar het pad wat ik nu aantref gaat door naar “HorseShoe Mesa”. Ik kan weer wat snelheid maken. Het is ook hier dat de “Escalante Route” officieel overgaat in de “Tonto Trail”. De “Tonto” is een rotsplateau in de Grand Canyon dat over een hele grote lengte op ongeveer dezelfde hoogte loopt. Het is een breed en vlak plateau dus makkelijker beloopbaar, met uitzondering van waar zij canyons het “Tonto Plateau” doorkruisen. Het nadeel is dat de “Tonto” een poreuze rotslaag is en water er dus heel schaars is. Ja, de makkelijkste route is dus ook de droogste.
Maar mijn vergunning geeft aan dat ik niet op het “Tonto Plateau” zal blijven kamperen in deze regio. Ik moet omhoog naar “HorseShoe Mesa”. Dat had ik zo aangevraagd, want op zich zou het een interessant uitstapje kunnen zijn, want op “HorseShoe Mesa” was vroeger een kleine nederzetting van goudzoekers. Onderweg omhoog mag ik ook water tappen uit de bron die een uur onder “HorseShoe Mesa” ligt, waar de kleine nederzetting vroeger ook hun water vandaan haalde, “Miners Spring” of “Page Spring” genoemd.
Wel goed filteren, want het water heeft vrij hoge niveaus van arsenicum. En ik zal veel moeten halen. Want na “HorseShoe Mesa” daal ik weer af naar de “Tonto Trail”, en met de volgende waterbron die niet honderd procent betrouwbaar is, en de tweede op de route van dit droge deel is ruim een half uur van de route af en staat soms ook wel eens droog. Het wordt dus twee dagen en twee nachten voordat ik weer een betrouwbare waterbron bereik. En omdat het ongewoon warm is voor de tijd van het jaar is mijn water verbruik omhoog tot ruim over de tien liter per vierentwintig uur. Dus ik tap tegen de vijfentwintig liter. Mocht er in een van de bronnen onderweg water te halen zijn, dan kan ik even lekker uit m’n dak gaan. Maar het water in “Page Spring” is net wat troebel, dus mijn mini filter loopt iedere kwart tot een halve liter vol met silt.
Filter openhalen, schoonmaken, weer in elkaar zetten. Dus tegen de tijd dat ik mijn waterzakken vol heb is de zon al dik en breed onder. Gelukkig had ik wel een fantastisch mooi uitzicht over de canyon met de kleuren van de zonsondergang.
Hoofdlampje op, en op weg. Het pad omhoog naar “HorseShoe Mesa” wordt beschreven als dat je zeker geen hoogtevrees moet hebben. Maar ik zie alleen maar wat mijn hoofdlamp verlicht. Afgemat kom ik op de mesa aan en zet ik m’n tentje op, in de buurt van een paar andere kampeerders, op een kaal gemaakt stukje grond. Nog even zitten in m’n lekkere stoel, met wat vloeibaar eten, en dan stort ik m’n tent in.
De ochtend van dag vier sta ik na wat rondkijken op “HorseShoe Mesa” al vlot weer op het “Tonto Plateau”. Ja, de andere kant van de “HorseShoe Mesa” was heel wat minder hoogtevrees gevoelig, maar nog steeds met stevige dieptes naast het pad. Maar eenmaal op de “Tonto Trail” kan ik gaan maken. Vlot kom ik bij de “Grapevine Canyon”, een zij canyon die zo groot is dat die op zichzelf al spectaculair is. Maar hij lijkt klein in het landschap. Toch duurt het drie uur voordat ik er omheen gelopen ben en aan de andere kant sta. Maar, waar ik het stroombed van “Grapevine Canyon” oversteek, is er zowaar wat water.
Lastig te tappen, maar ik “maak” er even wat extra water en neem even de tijd in de schaduw van een boompje. Het is net na lunch, en het is heter dan heet, zeker voor de tijd van het jaar. Na “Grapevine Canyon” ga ik rap door naar “Boulder Creek”, een droog staande canyon, en dan verder naar de grens van het volgende gebied waar ik m’n tent op mag zetten. Ja, de Grand Canyon heeft naast een aantal vaste plaatsen waar je mag kamperen, volgens je vergunning, ook hele delen aangegeven waar je gewoon mag gaan staan waar je wilt. Dus je vergunning geeft dan niet de specifieke kampeerplek aan, maar de regio waarin je mag gaan staan.
Met bepaalde regels in acht nemende natuurlijk. Geen vegetatie vernietigen of beesten verstoren. En niets achterlaten dan je voetsporen. Je moet je ontlasting twintig centimeter diep begraven en je toiletpapier moet je meenemen als afval. Dat laatste is trouwens overal in de Grand Canyon. En je vergunning geeft dus aan op welke kampeerplekken of in welke regio’s van de canyon je mag kamperen. Je niet aan je vergunning houden en gesnapt worden kan stevige boetes opleveren, tenzij je een goede aanwijsbare reden hebt (nood situatie, extreem slecht weer). Ik steek net de grens over naar de volgende gebruiker regio als ik daar precies een mooi kaal plekje een eindje naast het pad zie. Perfect! Vlot is m’n tentje opgezet in het laatste licht. Nog maar net lig ik rustig of gaan in de verte een aantal coyotes tekeer. Die hebben vast wat gevangen. En niet lang daarna hoor ik een soort donderend geluid voorbij trekken op het Tonto plateau. Ik herken dat van vele jaren terug toen ik met m’n vrouw vierenveertighonderd kilometer fietste van San Fransico naar Santa Fe, en we in de woestijn dat gedonder hoorde. Wilde ezels aan de haal. Gelukkig raast de kudde niet over m’n tentje heen.
Ontmoetingen en indrukwekkende landschappen
De volgende dag ben ik snel bij “Lone Tree Canyon”. De topografische kaart geeft aan dat er vlak langs het pad een bron zou zijn, maar door het poreuze gesteente van het “Tonto Plateau” kom je daar geen water tegen. Nee, als de bron water heeft moet je “Lone Tree Canyon” afdalen totdat je bij een grote boom komt. Daar zou het water uit de grond moeten komen. En of dat er is, is net als bij alle waterpunten in de Grand Canyon afhankelijk van hoe goed het het jaar daarvoor geregend en gesneeuwd heeft.
Uitzoeken of daar water is, neemt een half uur afdalen die canyon in, en weer een half uur eruit. En aangezien ik in “Grapevine Canyon” wat extra had getapt heb ik genoeg om het tot het volgende waterpunt te halen. Dus ik maak dit uitstapje “Lone Tree Canyon” in niet.
Nee, ik zet voort naar “Cremation Creek”. Maar voordat ik daar aankom, heb ik nog even een ontmoeting met een ratelslang die besluit dat het pad van hem is. Het is nog een kleintje, dus het gevaarlijkste, en ik maak er een nodig bocht omheen en ga door naar “Cremation”. “Cremation” is een heel groots, vlak gebied, echt spectaculair, prachtige uitzichten. Vele mensen denken dat “Cremation” zo heet omdat het er zo heet kan zijn. En inderdaad, het is vreemd genoeg een van de heetste delen van de canyon op deze diepte de canyon in. Dieper omlaag is het natuurlijk nog warmer. In werkelijkheid heeft “Cremation” zijn naam van de tijd dat de Native Americans in de Grand Canyon woonden.
Je kan de sporen in de vorm van steenhopen nog terug vinden op “Cremation”, waar ze met recht hun doden verbranden, cremeren. “Cremation” is indrukwekkend, en dat is zachtjes uitgedrukt. De stilte en uitgestrektheid is haast overweldigend. Maar dat is uiteindelijk voorbij als ik verder ga. Ik ga de “Kaibab Trail” kruisen, naast de “Bright Angel Trail” een van de populairste routes omlaag de canyon in. Hogerop zie ik een lange rij ezeltjes omlaag komen met toeristen op de rug, en als ik het pad kruis op een vlak deel, waar zowaar toiletten staan en een noodtelefoon aan een paal, heb ik het gevoel dat het krioelt van de mensen. Het waren er denk ik maar een stuk of twintig, maar na de paar mensen die ik gezien heb in de afgelopen dagen, voelt dit als een hele massa.
Dus ik vervolg snel de “Tonto Trail”, langs “Burro Spring” en “Pipe Spring”. “Burro” heeft zowaar wat zwart water tussen wat planten staan, en stinkt zodat het zijn naam eer aan doet. Alsof een kudde ezels hun behoefte heeft gedaan. En ik heb genoeg water over, dus geen nut om dat te gaan proberen. Het duurt dan ook niet lang voordat ik bij een van de populairste kampeerplekken in de Grand Canyon aankom.
Populaire Kampeerplekken: Indian Garden en Havasupai Garden
“Indian Garden”, tegenwoordig genaamd “Havasupai Garden” naar de Havasupai Indianen die daar woonde. De naamsverandering komt voort uit het feit dat er mensen waren die vonden dat de naam “Indian Garden” beledigend zou kunnen zijn. “Havasupai Gardens” was vroeger een redelijke nederzetting. Er loopt een redelijk stroompje door de vallei, heeft genoeg vlakke delen voor wat landbouw, en de ligging tussen de rotsen leverde een redelijke bescherming. Het vercommercialiseren van toegang tot de canyon, met het bouwen van de “Bright Angel Trail” heeft de Havasupai-indianen weggedreven uit deze regio, hetgeen de echte belediging is. Tegenwoordig is deze plek een van de meest ontwikkelde kampeer plekken in de canyon, naast “Phantom Ranch” vlakbij de Colorado Rivier. Goede toiletten, kraantjes waar je zo je water uit kan tappen, gladde plekjes voor je tent, met een picknick tafel met een dakje erboven. En naar mijn gevoel veel te veel mensen. Maar dit is waar ik verzocht had te staan vanwege mijn dagafstanden en water voorziening, en dus waar mijn vergunning me plaatst. Ik hou zo veel mogelijk tot mezelf ook al proberen sommige mensen een praatje te maken. Ik zal toch wel weer moeten gaan wennen aan mensen om me heen, want een goed deel van de rest van de route tot aan “Hermit’s Creek” is een meer belopen pad en beter ontwikkeld gebied. Er is daar ook geen vrij kamperen in de regionen toegestaan, maar alleen maar op de aangegeven kampeerplaatsen.
Het kruisen van Kaibab Trail en de reis naar Salt Creek
Ik ben alweer vroeg op pad, ook al is de dagafstand niet te gek. En m’n benen gaan als een speer. Super vlot sta in “Horn Creek”. Mocht daar water zijn, niet van drinken, want het is radioactief. Nog even een ontmoeting met een hert dat op het pad van een bosje staat te snoepen en geen zin heeft om aan de kant te gaan en dan vanaf daar door naar “Salt Creek”. Mocht daar water zijn, ook niet van drinken, want dan krijg je alleen maar meer dorst, want het is twee tot drie keer zo zout als zeewater. Vlak na “Salt Creek” zit ik, vanwege wederom een ongewoon hete dag voor de tijd van het jaar, even lekker een tijdje in de schaduw van een overhangende rots van het uitzicht te genieten als er twee rugzakkers van de andere kant komen.
Vader en volwassen dochter, onderweg van “Monument Creek” naar “Havasupai Gardens”. Enigszins paniekerig vragen ze of er water is in “Salt Creek”, want ze hebben ieder nog maar een litertje, en naar “Havasupai Gardens” is nog iets van dertien kilometer. Ik vertel ze dat “Salt Creek” droog staat, maar dat zelfs als daar water was dat niet slim zou zijn en waarom. Dan vragen ze of er water is in “Horn Creek”, en ik geef ze hetzelfde antwoord.
Enigszins beteuterd staan ze me aan te staren, en ik kan alleen maar denken dat dat dus is hoe mensen dood gaan in de Grand Canyon. Niet goed voorbereid, duidelijk. En dit is in een goed begaanbaar gebied waar heel duidelijke beschrijvingen voor zijn. Ik heb nog maar een paar kilometer te gaan voor “Monument Canyon”, een betrouwbare waterplek, en ik heb meer dan genoeg water, dus ik geef ze ieder een liter. Zelfs dat zal weinig zijn met hoe heet het is, maar ik moet ook om mijn eigen veiligheid denken. Vlot daarna daal ik af in “Monument Creek”. Een spectaculaire canyon met een spectaculair pad omlaag. En inderdaad een glashelder “stroompje”, voor zover je die hoeveelheid een stroompje kan noemen. Berichten geven dat andere jaren het water hier echt een klein beekje kan zijn, al komt het ook voor dat het niet veel is dan een flink lekkende kraan. En wat ik nu aantref is een openstaande kraan.
“Monument” is een enigszins ontwikkelde kampeerplek. Mooie voorbestemde plekjes, een plekje per vergunning, met fiks schaduw. Heel geriefelijk. Er is ook iets dat voor toiletten door moet gaan. Ik had er al zo een gezien op “HorseShoe Mesa”, maar nu denk ik er gebruik van te willen maken. Een plastic bak van ongeveer een kubieke meter, trapje er tegenaan, met een toiletbril bovenop. En een soort schutting eromheen zodat andere mensen niet naar je blote billen zitten te staren. Als het vol is wordt zo’n bak met een helikopter opgehaald om geleegd te worden. Nou, deze in “Monument” is bijna vol, dus als ik de klep open doe ga ik zowat tegen de vlakte. Nee, daar ga ik echt niet op zitten. Ik moet toch nog niet echt, dus ik ga morgen wel ergens in de uitgestrektheid een eindje van het pad af.
De klim uit Monument Canyon en verder naar Hermits Creek
De volgende dag de klim “Monument Canyon” uit is prachtig. Vanaf daar ben ik al vlot bij “Hermits Creek”, een ander goed ontwikkelde kampeerplek, met eenzelfde soort toiletten. Er zijn daar ook rangers aan het werk, om dezelfde soort toiletten te bouwen als die in “Havasupai Garden”, met compostering, ventilatie, en solar systeem, dus dat zal een hele verbetering zijn dan die stink bakken. Maar ik ga verder, want ik heb m’n vergunning staan voor de regio van de “Boucher Trail”, het pad waarlangs ik de canyon uit zal lopen. Een stuk verderop krijg ik een prachtige blik over de Grand Canyon stroomopwaarts en kan ik aan de uiterste horizon de plek zien waar ik gestart ben.
Dus even tijd voor een selfie. Vanaf hier kom ik bij “Boucher Creek”, waar het pad omhoog gaat de canyon uit, en omlaag via de creek naar de Colorado Rivier. Maar omhoog kan ik nog niet, want ik moet water hebben. Maar terwijl ik het water kan horen lopen, kan ik er niet bij komen. Dus afdalen richting de Colorado Rivier en zien waar ik eindelijk het water in “Boucher Creek” te pakken kan krijgen. En dat is veel verder omlaag dan ik had gehoopt.
Na water “maken” sta ik even heel hard te dubben wat ik zal doen. Er is nog flink wat van de dag over. Het is mooi kamperen hier. Maar als ik hier verblijf moet ik morgen bijna vijftienhonderd meter stijgen over een heel slecht pad. En ik had gehoopt na de canyon uit te komen direct richting huis te rijden want m’n zoon heeft een spannende hockeywedstrijd met z’n team waar hij de goalie voor is. En als ik hier kampeer ga ik dat zeker niet redden. Dus de rugzak weer op en op pad. Stijl stijgen tot aan het zadel van “Whites Butte”, dan zijn er morgen nog maar duizend hoogtemeters te gaan.
De laatste klim en de terugkeer naar Hermits Rest
Aangekomen op die plek zet ik de tent op, geniet van de uitzichten, en maak me klaar voor de nachtrust.
In de opening van de tent zittend trek ik m’n schoenen uit. Wauw, wat krijgen we nou! Ik ruik die strontbak van “Monument” hier helemaal?!? Oh wacht, dat zijn m’n voetjes die zo zalig ruiken na zeven dagen heftige inspanning in dezelfde sokken, zonder enige kans om ze te wassen. Ja, ik zie erg uit naar een warme douche in het badhuis in Grand Canyon Village als ik daar morgen aan zal komen.
Ik ben vroeg wakker. En ben snachts ook wakker geweest door hevig onweer met zware windstoten en heftige regen. Hopelijk heeft het het pad voor vandaag niet te glibberig gemaakt, want de topografische kaart geeft me aan dat er heel wat duizelingwekkende afgronden vlak naast het pad zullen zijn. Gelukkig heeft de regen niet teveel schade aangericht. Want wederom zijn de sporen op zeer steile hellingen niet meer dan de schoenzool breedte breed, en de afgronden vlak eronder dodelijk diep. Elke stap met zekerheid zetten. Precies op zo een smal eng deel hoor ik opeens een geruis in de lucht boven m’n hoofd. Voorzichtig, om mijn evenwicht niet te verliezen, kijk ik omhoog.
Een Golden Eagle stijgt een tiental meters boven mijn hoofd op in de termiek. Prachtig, maar door mijn wankele positie voel ik er niet voor om snel naar mijn camera te grijpen.
Andere delen van de “Boucher Trail” zijn spoorzoeken, en weer andere delen vereist klimvaardigheid om de obstakels in de route omhoog te overbruggen. Met name het steile stuk achterin “Travertine Canyon” naar “Yuma Point” is bar slecht wat dat betreft. Hier omlaag moeten zou haast onmogelijk zijn of steeds vragen om je om te draaien en met gezicht naar de rots omlaag te klimmen. Maar na “Yuma Point” wordt het pad langzaamaan beter. En eenmaal bij de afslag naar “Dripping Springs” is er weer een echt goed beloopbaar pad.
Vanaf daar nog “even”omhoog naar “Hermits Rest” waar m’n truck staat. Nog even mazzel. Er is net een kleine migratie gaande van tarantulas over de “Hermits Trail”. En dan ben ik er. Tijd voor een warme douche, en dan wat echt eten voordat ik in mijn truck stap om weer op huis aan te gaan. En daar zal ik absoluut plannen gaan maken voor een volgende Grand Canyon tocht.
Wellicht met het gezin, en/of vrienden of familie meenemen de canyon in. Maar wel iets minder extreem dan deze tocht. Want ik weet ook dat de gemiddelde persoon dit niet zomaar zal kunnen lopen.