Een roadtrip door het Wilde, Wilde Westen van Amerika

horseshoe bend

“Life should be better and richer and fuller for everyone, with opportunity for each according to ability or achievement”.

Zo klonk de American Dream volgens James Truslow Adams. Het idee dat je met een flinke portie vastberadenheid, een snuifje geluk en verdomd hard werk, een rijk leven in Amerika kan leiden. Het bleek veel makkelijker gezegd dan gedaan. 

Het is 1931. Onder leiding van naïviteit, vluchten miljoenen optimisten naar de Verenigde Staten, op zoek naar een beter leven. Een leven dat velen jammergenoeg nooit zullen vinden. De droom is al langer dan vandaag voorbij zijn houdbaarheidsdatum, maar een roadtrip langs de westkust van Amerika? Dat is een droom die we wel nog kunnen najagen.

Voor een vakantie in Amerika,  is het nooit te laat. Bijna tien jaar geleden maakte de jongere versie van mezelf deze roadtrip, maar ‘s nachts duiken de herinneringen aan deze reis nog vaak en verdacht levendig in mijn American Dreams op. Vergeten doe ik die trip van m’n leven niet meer.

roadtrip door amerika

California, Arizona, Utah en Nevada

Tijdens de roadtrip bezocht ikvier van de mooiste staten die het land te bieden heeft. Ik heb het over Californië, Arizona, Utah en Nevada. Bomen die tot de wolken reiken, de diepste canyons en wereldsteden met karakter; allemaal staat het op je planning tijdens dit 16 dagen durende avontuur. 16 dagen lachen. 16 dagen met een mond vol tanden. 16 dagen die ik voor geen geld zou inruilen.

Los Angeles is de eerste stad waar ik de Amerikaanse bodem raakte, en dat na een vlucht van maar liefst 12 uur. Je moet er iets voor over hebben natuurlijk. LAX, het 4de drukste vliegveld ter wereld geeft meteen een goede eerste indruk van wat me in de Verenigde Staten te wachten stond. Groot, luid en extravagant.

Zonovergoten stranden en sterren

De jetlag deed zoals verwacht zijn werk, want om 5 uur in de ochtend sta ik klaar om op pad te gaan in de op een na grootste stad van het land. Los Angeles, ‘de stad van de engelen’, staat vooral bekend als de filmstad bij uitstek. En dan heb ik het natuurlijk over Hollywood. Hier is het niet buitengewoon om tijdens je ochtendwandeling Justin Bieber tegen de voet te lopen, of bij Starbucks in de rij staan achter Beyoncé. Want als je ergens rijke lui wilt tegenkomen in Amerika, dan is Starbucks de place-to-be.

Los Angeles ademt de glamour van Hollywood en de opwinding van de entertainmentindustrie. Terwijl ik mijn ogen richt op de met palmbomen omzoomde straten, voel ik me een  kleine ster in de stad van de groten, de zogenaamde ‘engelen’. De eerste stop was slechts het begin van een avontuur vol iconische plaatsen en de belofte van onvergetelijke herinneringen.

Er stond niet veel op mijn verlanglijstje voor Los Angeles. Ik had geen zin om lang in de stad te blijven, want de tijd was schaars en de dromen waren groot. Bijna even groot als de droom van Amerikaanse tieners die naar deze uithoek van het land trekken, om een hopeloze acteercarrière achterna te gaan. 

Toch heb ik mezelf verplicht om de must-see bezienswaardigheden te bezoeken. Kwestie van achteraf te kunnen zeggen: “Ik heb het Hollywood Sign gezien.” De aftrap was de underwhelming Walk Of Fame (#sorrynotsorry). Ik denk oprecht dat die sterren de Amerikaanse variant zijn van de Belgische BOB-sleutels. Want iedereen heeft er zo een precies.

Ook mijn verkenningstocht door het niemandsland genaamd ‘Beverly Hills’ was even eentonig als zijn voorganger. Nog een geluk dat ik Astrid Coppens haar huis wist te vinden met behulp van ‘Alice in Wonderland’. Al zou de uitstap een stuk spannender zijn geweest, mocht ze de deur hebben opengedaan toen ik aanbelde. Gastvrij noem ik dat niet… 

Met een klein hartje liet ik Los Angeles na 1 dag achter me, met de wereld aan mijn voeten. Het stadsleven maakte voorgoed plaats voor een wereld vol natuurparken, uren durende autoritten en tientallen bezoekjes aan Burger King.

De lange autoritten in Amerika overleefde ik door het bingen van Disney-films en ‘Hallo K3’, in combinatie met een tal van kaartspelletjes. De afstanden in Amerika zijn lang. Sommige dagen zat ik tot 6 uur in de auto, omdat de verschillende staten zo groot zijn. Gelukkig waren de wegen daar van een betere kwaliteit dan hier in België. Anders had ik het einde van de reis niet gehaald, denk ik.

Buitenaardse beelden

Na een korte kennismaking met Palm Springs zei ik Californië (voor nu) gedag, en begroette ik Arizona, het thuis van de Grand Canyon. Arizona is op vlak van natuur en authenticiteit van een ander kaliber. Als ik me voorstel hoe het oppervlak van Mars eruitziet, dan komt deze staat in me op. Buitenaards, onwaarschijnlijk mooi, en een beetje onnatuurlijk. Want hoe is het in vredesnaam mogelijk dat er zo een mooie plek bestaat op aarde.

Ik overnachtte in Scottsdale. Dat is een stad net buiten Phoenix, op zo’n 600 km afstand van Los Angeles. Deze plek was de ideale pitstop tijdens de rit naar de Grand Canyon. Onderweg keek ik mijn ogen uit op de ruwe woestijnlandschappen van de staat Arizona. Alles heeft hier namelijk een warme tint over zich heen hangen. Net een film die zich afspeelt in Mexico, maar dan echt. Een beetje zoals Narcos, voor de kenners. De diepe rode kleur van de rotsen steekt af tegen de groene flora die het woestijnlandschap tevergeefs proberen vullen. Maar desondanks beaamt alles toch een rauwe schoonheid zoals nergens anders.

Dieper dan de diepste zee

Om de Grand Canyon in volle glorie te kunnen zien, ging de wekker vroeg. Heel vroeg. Rond een uur of 6, net na zonsopgang, wilde ik bij het eerste uitkijkpunt zijn. Alleen zo kon ik in mijn eentje (op een handvol toeristen en fotografen na) de canyon zien ontwaken. Een uitdaging waarvan ik nog lang de vruchten zal plukken. Hoewel het een bewolkte ochtend was, staat dit moment gegraveerd in mijn geheugen. Op foto’s lijkt de Grand Canyon impressionant, maar in het echt is alles nog zoveel grootser. 

Ik bracht de hele dag door in het nationaal park, en reed van het ene uitkijkpunt naar het andere. Uitgerust met 2 liter water, 5 boterhammen met choco en een veel te zware camera was het mijn missie om de leukste kiekjes te nemen. Herinneringen fysiek vastleggen zodat ik heel mijn leven kon terugblikken op dat uiterste moment. Het zou onmogelijk blijken om alle leuke plekken in het park op 1 dag tijd te zien; ik wilde het tegendeel bewijzen. Want zoiets magisch maakte ik misschien geen tweede keer mee. Althans, dat dacht ik toch. Overal bekeken omstanders me als (a)typische toerist, maar met de Grand Canyon op de achtergrond kon me dat eigenlijk geen moer schelen.

Van alle dingen die ik tijdens de rondreis langs de westkust van de VS heb gedaan, herinner ik me mijn bezoek aan de Horseshoe Bend het levendigst. Het is een rivier (de Colorado River) die in de vorm van een hoefijzer door een diep dal stroomt. Mijn zus en ik konden niet wachten om naar de rand te gaan en de echte diepte van de vallei te bewonderen. Papa was net zo opgewonden als wij. Maar hij probeerde ons in bedwang te houden omdat mama al huilde. Ze was namelijk doodsbang dat we zouden struikelen. Toch leek de plek zo goddelijk voor mij. Niets in mijn leven was te vergelijken met de grootsheid en omvang van deze plek. Niets. 

Een bezoek aan de underdog

Als je aan het ‘Wilde, Wilde Westen’ denkt, dan komt vermoedelijk Texas meteen in je op. Maar de wereldberoemde term omschrijft eigenlijk veel meer dan alleen de zuidelijkste staat van Amerika. Utah behoort daar ook bij, en het is de underdog van het westen. Een bol ‘tumbleweed’ die de straat oversteekt, of de gedachte dat je Lucky Luke in de verte voorbij ziet razen op Jolly Jumper. Dat is Utah. ‘t Is de staat waarvan je weinig verwacht en die je dan toch omver weet te blazen. 

De eerste helft van de rondreis was intussen voorbij. Ik had al veel avonturen om na te vertellen, had verschillende hoogtepunten bereikt (letterlijk én figuurlijk) en ook m’n energiepeil begon stilaan te zakken. Want onderschat het niet; een rondreis langs de westkust van Amerika is zwaar. Ook besefte ik dat midden-zomer een gewaagde periode is om naar de Verenigde Staten te reizen. De temperaturen liepen al snel op tot 40 graden. En wanneer je een groot deel van de reis in de auto doorbrengt, of wandelend in de zon, dringt die realiteit behoorlijk goed door.

Toch zette ik door, met opnieuw een brede glimlach toen ik ontdekte wat de volgende stop bleek te zijn. Bryce Canyon noem ik weleens het kleine broertje van de Grand Canyon. Het heeft zijn eigen unieke karakter met rode en oranje pilaren die uit de grond schieten als kleurrijke ijslolly’s. Het lijkt misschien een beetje eigenaardig, maar geloof me, dit is zo’n plek waarvan je later zegt: ‘Dat moest ik echt gezien hebben.’

Het beste aan dit park? De zalige stilte. Bryce Canyon is niet zo drukbezocht als de grote broer. Daarom had ik het geluk om (bijna) helemaal alleen rond te dwalen. Het was alsof ik mijn eigen privé-avontuur beleefde.

Terwijl ik langs de rand van Bryce Canyon strompelde, werd ik getrakteerd op adembenemende uitzichten over de grillige rotsformaties. Precies alsof Moeder Natuur met een set reusachtige zandkastelen had gespeeld. De zon zorgde voor een schaduwspel op de rode rotsen. Het leek wel een kunstwerk dat je niet in een galerij, maar midden in de natuur kon bewonderen. 

En toen, bij Zion National Park, kreeg het landschap plotseling een groener tintje. Eigenlijk was ik onderweg naar Nevada voor mijn ‘moreel-verplichte’ gokuitje. Maar toen doemde Zion National Park op als een onverwachte (maar aangename) verrassing. Het park is een walhalla voor wandelaars, een plek waar ik dus echt openbloeide. Je vindt er diepe kloven, smaragdgroene vegetatie en zeldzame rust, die dit stukje wildernis onderscheidt van de parken die ik aan het begin van de reis had bezocht. Een rust waar ik nog een laatste keer volop van genoten heb, voor ik opnieuw de bewoonde wereld opzocht.

What happens in Vegas, stays in Vegas

Las Vegas. De stad die al je verwachtingen overtreft, in elk opzicht. Want ja, deze plek is net zo banaal en toch waanzinnig als je denkt. 

De Trevifontein, de Eiffeltoren, het Vrijheidsbeeld en zelfs Manneke Pis. Noem maar op, in Las Vegas staat er een kopie. In deze stad draait alles om “show, don’t tell”. Ze pakken overal mee uit, en dat lokt toeristen. En omdat het een morele verplichting is, sliep ik ook in een hotel dat haast te gek is voor woorden. Circus Circus Hotel, een luxueus hotel met uiteraard zijn eigen casino, was de thuisbasis voor 3 spannende nachten. Want Las Vegas vraagt net dat tikkeltje meer tijd dan de andere plaatsen op onze planning. 

Het Circus Circus Hotel heeft een eigen uitgebreid pretpark, met zelfs een rollercoaster! Het klinkt vrij flauw, maar ik vond dit oprecht gestoord. Net zoals hier had elk hotel in Las Vegas een unieke trekpleister om toeristen te overtuigen overnachten te reserveren. Denk maar aan een hotel in de vorm van de Piramiden van Gizeh, of een resort gebaseerd op het paleis van Julius Caesar. Creatief zijn ze wel in Las Vegas.

In Las Vegas brak de zon regelmatig door en klom de temperatuur op tot wel 45 graden, zelfs in de schaduw. Hou er dus zeker rekening mee dat je tijdens je reis een pet, zonnebril, en enkele flessen zonnecrème meeneemt. Tenzij je een kreeft wil worden zoals ik, natuurlijk.

Overal waar ik keek, struikelde ik over pasgetrouwde koppels. Hoogstwaarschijnlijk in de echt verbonden door een van de ontelbare Elvis Presley imitators in de stad. Las Vegas is de ongekroonde hoofdstad van Elvis-lookalikes, en je zult moeite hebben om een straathoek te vinden waar ze niet opduiken.

En dan wil ik het hebben over een andere eigenaardigheid van Sin City: druggebruik, nog steeds een zorg waar Las Vegas mee worstelt. Dus, als je in de avond of ‘s nachts op pad gaat, wees gewoon een beetje oplettend. Het gezelschap van een vriend of vriendin is nooit een slecht idee, en het zou je nog weleens kunnen redden van avonturen die je misschien liever vermijdt.

De bomen door het bos niet meer zien

Las Vegas was (jammer genoeg) de enige stop in Nevada. Tijd om terug te keren naar Californië, maar deze keer wilde ik het onbekende noorden van de staat onder de loep nemen. In het Sequoia National Park & Forest waken de woudreuzen over de Californische hoogvlaktes, met aan de troon de General Sherman Tree. Die Sequoia Tree is de big boss, de celebrity waarmee iedereen op de foto wilt. Maar opgelet: een breedbeeld lens voor je camera is geen overbodige luxe. Met zijn 86 meter hoge kruin en een diameter van 11 meter is de dikkerd niet zo makkelijk op de foto te krijgen. 

In deze hoek van Amerika leven er veel wilde dieren. Een zwarte beer die de weg oversteekt is geen abnormaal zicht. Tenzij hij eerst eens links, rechts, links kijkt. Dan mag je wel je wenkbrauwen fronsen. Eekhoorns zijn hier vaste verblijvers, en ook die hou je beter op afstand. Ze lijken schattige diertjes, tot ze je bespringen op zoek naar eten in je rugzak. Geloof me, ’t is geen aanrader.

Citytrip San Fransisco

De voorlaatste stop van de reis was San Francisco; de stad waar de mist niet alleen uit waterdeeltjes bestaat, maar ook uit de dromen van onbetaalbare huizen. Onze zoektocht naar de perfecte ‘San Fran’ Instagram-foto bracht ons naar de Golden Gate Bridge. Maar ook de binnenstad vond ik evengoed de moeite waard. En geloof me, de zoektocht naar een parkeerplek in deze stad kan even spannend zijn als een aflevering van The Kardashians.

Fisherman’s Wharf verwelkomde ons met zijn zeeleeuwen die luidkeels om aandacht riepen. Maar de echte traktatie was de rit met de historische kabeltram. Tijdens de rit werde ik overvallen door de hobbelige charme van San Francisco’s openbaar vervoer. En ik zweer dat de geluiden van de rinkelende bel en het geknars van de remmen nu in mijn dromen (of eerder nachtmerries) voorkomen. 

Ook is San Francisco misschien wel de enige stad waar het contrast tussen rijk en arm zo hard opvalt. Straatlopers . Een schoolvoorbeeld van ‘The American Dream’. 

Onze allerlaatste nacht spendeerde ik in alle rust langs Pismo Beach. De perfecte plek om afscheid te nemen van mijn Amerikaanse avontuur. Het was een melancholische avond. Ik voelde ons zowel voldaan, als vereerd, maar ook een beetje triest. Triest omdat ik dit onvergetelijke avontuur voorgoed achter mij zou laten. Maar de herinneringen? Die bleven nog lang nazinderen. Want sinds die rondreis hebben de Verenigde Staten mijn hart voorgoed veroverd.


Praktische info voor een vakantie in de Verenigde Staten

Is een fooi geven verplicht?

In de Verenigde Staten is het gebruikelijk om een fooi te geven. Eigenlijk is het zo goed als verplicht. Het horecapersoneel leeft van de ‘tips’, omdat hun loon veel te weinig is om rond te komen. Maar die fooi heeft ook zijn voordelen. De bedienden zullen daardoor enorm vriendelijk zijn, want in Amerika is de klant echt altijd de koning. Bij een gewone service verwacht men een fooi van 15 tot 20%, en bij een uitstekende service kan je nog wat meer geven.

Budget voor de lange ritten

Hoewel je soms goedkoop een vliegticket kan scoren naar Los Angeles (of ergens anders in de Verenigde Staten), is er nog een grote kost die velen vaak over het hoofd zien: de tientallen tankbeurten. Omdat de afstanden in de verschillende staten zo groot zijn, zal je de huurauto behoorlijk wat moeten bijtanken tijdens een rondreis. Hou er dus rekening mee dat je wat budget overhoudt hiervoor.

Je hebt genoeg tijd nodig

Zoals ik enkele keren vermeldde is het land reusachtig. Het is het op 1 na grootste land ter wereld, met een oppervlakte even groot als die van alle landen in Europa samen. Voor een rondreis door enkele staten van Amerika heb je minstens twee weken nodig, liefst wat langer. Indien je niet zoveel vakantiedagen kan missen, zoek het dan wat dichter bij huis. 

By Rens Oosterlinck

Rens on the Road