de hoogste waterval van duitsland in het zwarte woud

Hoogtepunten en valkuilen in het Zwarte Woud

We doorkruisten het Zwarte Woud van noord naar zuid op zoek naar de spannendste bestemmingen voor kleine koters en grote drinkers. Toverwandelingen in sprookjesbossen en wijnproeverijen in Baden-Württemberg.

Onze aluminium rolkoffer van Rimowa blinkt net zo fel als het metaal van de zomerrodelbaan Hasenhorn Coaster waar we onder staan. Yiehaa. Alle schnitzels nog aan toe! Oberschwarzwald heeft niet gelogen wanneer ze beweerden de langste rodelbaan van Europa te hebben.

wandelen in het zwarte woud

De stalen slang slingert van de top van de berg naar het dorp onderaan. Voor een dik tientje klim je in een stoeltjeslift die je traag maar gestaag naar start brengt. We zijn gierende zwaluwen in de bochten.

Het knullige dorp Todtnau heeft nog meer van dat soort gekke attracties te bieden. Een haarspeldbocht verder ligt de Blackforestline, een 450 meter lange brug op 120 meter boven het dal. Niet voor tere zieltjes. Een prima bruggetje om een traantje weg te pinken. Want met zijn 97 meter valhoogte ligt daar een van de hoogste natuurlijke watervallen van Duitsland

Wandelen in Zwarte Woud Renchtalhutte

Na de waterval gespen we onze Meindl-kisten stevig aan onze voeten voor nog een extra klim langs de Heidegger-wandeling in Todtnauberg. De filosoof liet hier een potige blokhut neerzetten, omdat hij zo hield van de eenvoudige boerenfilosofie en het bucolische landschap. Het deed ons denken aan ons bezoekje aan een charmante chalet op de berg bij Hotel Dollenberg, niet ver hier vandaan. Wij nu ook. In een mooie slingerbeweging rond de wellustige heuvels krijgen we een fabuleus uitzicht op het dorp in het dal. Het is gezellig raden welke nu juist de blokhut van Heidegger was.

We worden niet gesponsord door Rimowa of Meindl (of de erfgenamen van godbetert Heidegger), maar het valt ons gewoon op dat ons halve huishouden Duits is. Dezelfde vakkundigheid van onze huishoudtoestellen vinden we ook terug in de vakantiebeleving. Oerdegelijkheid.

Op de parking naast de jeugdherberg vertrekt nog een andere geinige wandeling door het bos, in de filosofie van -10 jarigen. In elke bocht is een handgesneden zwam uit hout te vinden, met een infobordje erbij, of kan je een specht laten timmeren in een dode boom. Er is een woudspeeltuin en op elk recht wandelstuk zijn er in de bosjes dieren te ontdekken.

En zo vind je in elk gehucht een kinderwandeling die soms niet moet onderdoen voor het sprookjesbos van de Efteling. De kleuters in het gezelschap haalden hun hart op aan kabouters in boomstronken en de talloze microavonturen op een route van 5 kilometer.

Heel anders is onze tweede week in het Zwarte Woud. We karren een slordige honderd kilometer noordelijker, naar onze uitvalsbasis in Sasbachwalden. Onze Airbnb is gerieflijk, het uitzicht is fe-no-me-naal. Onder ons liggen de sympathieke vakwerkhuizen van het dorp tussen de wijnranken, maar daarachter ligt het brede Rijndal. Op zonnige dagen kan je hier honderden kilometers ver kijken, tot de volgende bergketen van de Vogezen toe.

Sasbachwalden

We laten de Schnapsstalletjes voorlopig links liggen, hoewel het groene vergif van de Hummelseegeist verleidelijk naar ons kijkt, en doen onze wandelschoenen weer aan. In deze regio is niet veel meer te zien dan de samenscholing van bomen die we een bos noemen in het nationale park Schwarzwald met zijn honderden kilometers aan wandelpaden.

Als de kleuterbenen uitgehold zijn is Waldgasthaus Kohlbergwiese een geheimtip. Niet voor haar gastronomie van curryworst en friet (een groenterecept is nog nooit over de Duitse grens gesmokkeld), maar voor haar feeërieke ligging in het diepst van het bos en de vele speeltuigen op het grasveld.

de hoogste waterval van duitsland in het zwarte woud

Weer een paar blauwe plekken rijker zoeken we de volgende dag heil op de lynx-wandeling. Goed gedocumenteerd infotainment voor het kind dat wil kennis maken met het spook van het bos, maar ongelooflijk ironisch dat je hier op zoek bent naar een van de schuwste dieren terwijl er op de grote baan door het nationale park tientallen motards scheuren. Vooral op zaterdag en zondag is het een gejank en getier van de motorrijders die het woud slechts bezoeken om haar luidruchtigste haarspeldbochten. 

Onbegrijpelijk dat dit is toegelaten in een natuurgebied en volledig nefast voor haar voortbestaan. De talloze lege spookhotels langs de grote baan zijn de voorbode van vergane glorie. In geen honderd jaar zal een lynx er nog maar aan denken om hier te passeren.