Natuur in Montenegro: 6 plekken die bewijzen dat klein ook groots kan zijn
De natuur in Montenegro is ongerept. Hier hoef je als wandelaar niet in een treintje van afritsbroeken en wandelstokken naar bergmeren te lopen. Nee, hier voelt het regelmatig alsof je de enige bent in het hele nationale park. Diep in de Montenegrijnse natuurgebieden heb je natuurlijke poelen en bergtoppen soms helemaal voor je alleen. Pak je wandelschoenen en zwemkleding uit de kast en reis mee naar zes van onze favoriete natuurgebieden in Montenegro.
1. Durmitor Nationaal Park
Diepe kloven en hoge toppen: het Durmitor National Park is net zo ruig en onherbergzaam als het fotogeniek is. Sinds 1952 wordt dit stukje Montenegrijnse wildernis nabij Žabljak gekoesterd als nationaal park, en terecht. De berg Bobotov Kuk torent 2.523 meter de lucht in en werd lang als de hoogste van het land beschouwd.
Niet helemaal juist, zo blijkt, maar dat maakt een hike naar de top niet minder inspannend of lonend. Voor goed uitzicht met minder spierpijn wandel je naar het 1.626 meter hoge Ćurevac-uitzichtpunt, waar je recht de Tara-kloof inkijkt. Een gapende diepte tot 1.300 duizelingwekkende meters, enkel voorbijgestoken door de Grand Canyon. Daar passen 10 Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedralen op elkaar gestapeld in.
Op de bodem kronkelt de blauwe Tara-rivier, perfect voor een dagje kajakken met uitzicht omhoog. Niet zo’n fan van hoogtes? Wandel in een uur rond het Crno Jezero (zwarte meer). Een ding weet je zeker na de 3,5 kilometer lange ronde: de Montenegrijnen hebben een ander idee van ‘zwart’ dan wij, want het water is helder turquoise.
2. Meer van Skadar Nationaal Park
Op de grens van Montenegro en Albanië stroomt water dat zich niets aantrekt van landsgrenzen: het Meer van Skadar. Of Shkodra Lake, als je het aan de Albanese kant vraagt. Dit is het grootste meer van de hele Balkan. In de winter maakt hij een groeispurt door en groeit het oppervlak tot wel 530 vierkante kilometer.
De blauwe oase ligt tussen de heuvels, vlakbij hoofdstad Podgorica. De rust hier bevalt ook de 281 vogelsoorten die hier fladderen, scharrelen en nestelen. Verrekijker en vogelgids bij de hand houden dus. In het bezoekerscentrum van Vranjina fris je je biologiekennis op met verhalen over de flora en fauna die het nationaal park thuis noemen. Je leert het meer op haar best kennen als je er in een rondvaartboot of kajak op dobbert. Staar over het water terwijl de gids vertelt over het ontstaan van het meer en de vele vissoorten die er rondzwemmen. Met een gemiddelde diepte van amper vijf meter warmt het meer in de zomer op tot 27 graden. Perfect om je onder te dompelen in het meer.

3. Prokletije Nationaal Park
Geen vakantie in Montenegro is compleet zonder een uitstapje naar het jongste, maar absoluut indrukwekkende, nationale park van het land: Prokletije. De naam klinkt als een waarschuwing – ‘verdoemd gebergte’ – maar laat je niet afschrikken. Want de 16.630 hectare pure wildernis is prachtig. Denk: grillige pieken die boven de 2.000 meter uitsteken, ijskoude riviertjes die tussen rotsen slingeren, heldere bergmeren, en een bloemenzee waar zelfs Carl Linnaeus stil van zou worden.
De helft van alle plantensoorten die in Montenegro te vinden zijn, groeit in dit beschermde natuurgebied. Eat your heart out, Alpen.
Meer fan van groot wild? Je kan hier zwarte beren, wolven en gemzen spotten. Voor panoramisch uitzicht wandel je naar de top van Valušnica (1.879 meter). Technisch niet moeilijk, maar wel vrij steil omhoog. Dol op diepe, met kristalhelder water gevulde gaten in de aarde? Dip je tenen in de ijskoude bron van de Grlja-rivier. Liefhebbers van bergmeren wandelen ook naar het Hridsko meer op 1.970 meter hoogte.
Ontdek de Balkan met Travelbase
Ontdek alleen of samen met gelijkgestemde reizigers een unieke bestemming tijdens een avontuurlijke hike, roadtrip, kanotocht of andere onverwachte journey! Van het Hoge Noorden tot het warme zuiden.

4. Mrtvica-kloof
De Tara-kloof mag dan de diepste zijn, maar als het om schoonheid gaat doet de Mrtvica-kloof niet voor haar onder. De kloof, die ongeveer halverwege de hoofdstad en Kolašin ligt, wordt echter vaak overgeslagen door wie in Montenegro op vakantie is. Alleen de weg naar het startpunt van wandelroutes is adembenemend. Letterlijk zelfs, als je rijden langs afgrond spannend vindt.
De officiële, gemarkeerde wandelroute door de kloof is de beste manier om de hoogtepunten in de diepte te vinden. Kijk vanaf paden langs de klif en de stenen boogbrug Danilov Most neer op een op het turquoise water van de Mrtvica-rivier. Neem een dip in een van de natuurlijke poelen en doe een wens onder de Kapija želja (‘wenspoort’). Hopelijk luistert het bergelfje mee. Je wens voor een onvergetelijk avontuur komt zeker uit als je het pad urenlang dieper de kloof in volgt. Wel even zorgen dat je er voor het donker weer uit bent, anders wordt het een wel erg groot avontuur.
5. Baai van Kotor
Een van de hoogtepunten van de Balkan Nomads roadtrip: Kotor. Het mooie middeleeuwse stadscentrum staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst, maar dat is niet het enige dat Kotor te bieden heeft. De stad ligt tussen grillige bergen aan de Baai van Kotor. Deze grote baai bestaat uit vier kleinere baaien: de Golf van Herceg Novi, de Golf van Tivat, de Golf van Risan en de Golf van Kotor. Over die laatste kijk je uit vanaf het San Giovanni fort. Daar moet je wel wat voor over hebben: 1.350 treden beklimmen.
Je kan het natuurlijk ook andersom doen: zelf het water op gaan en dan naar de stad en het fort kijken. Spring van een van de kades of waad vanaf een van de stranden het rustige water in. Of huur een kajak of paddleboard en glijd geruisloos langs de kustlijn. Verderop liggen middeleeuwse stadscentra van onder meer Herceg Novi, Risan en Tivat aan de oevers. De bergen, met onder meer de toppen van het Orjengebergte, steken zonnebadend de lucht in. Klaar met stad en water? Trek je terug op de wandelpaden van wat mogelijk binnenkort een nieuw Nationaal Park wordt.
6. Biogradska Gora Nationaal Park
Voor oeroude bomen die al vele jaren Montenegrijnse geschiedenis gezien hebben, moet je naar het noordoosten van Montenegro. De bomen in het 5.650 grote Biogradska Gora Nationaal Park worden sinds 1952 beschermd. Het is de natte droom van elke botanicus en bomenknuffelaar. Ruim 64 boomsoorten en 25 plantenfamilies (met nog veel meer soorten) hebben ze herkend. Sommige bomen staan hier al 400 jaar, onder toeziend oog van de hoogste bergtoppen van het gebied.
Naast de Crna Glava (2139 m), Zekova Glava (2117 m) en Troglava (2072 m) lijken de tot 50 meter hoge bomen miniatuurtjes. Het nationaal park is niet naar een Montenegrijnse plant vernoemd, maar naar het grote meer, Biogradsko Jezero. Dit is een van de vier glaciale meren, of ‘bergogen’ die in het gebied liggen. Hier kun je zwemmen of je wandelschoenen aantrekken voor een tochtje door een van Europa’s laatst overgebleven oerbossen.
Dus voordat half Europa deze plekken in de wildernis ontdekt en je straks in een file staat bij het Crno Jezero, zou ik maar snel die koffer pakken. Dan heb je niet alleen de meeste plekken voor je alleen, maar ook nog eens vakantiekiekjes waar National Geographic jaloers op zou zijn.
Alle foto’s zijn gemaakt door: Yves Banza