Costa Rica, een land waar natuur en avontuur samenkomen, vormt het decor van ondoordringbaar regenwoud, vulkanen en tropische stranden. Tijdens deze 18-daagse rondreis door Costa Rica ontdek ik het land van zuid naar noord, van de Pacifische tot aan de Caribische kust. Deze reis slingert langs afgelegen natuurparken, mistige bergdorpen, lavahete vulkanen en surfstrandjes waar zelfs de tijd op een plank ligt.
In dit reisverslag neem ik je, samen met Beyond Borders, mee langs hun route en mijn ervaringen — met alle hoogtepunten, verrassingen, tropische zweetbuien en knokige spinnen inbegrepen.
Dag 1-4: Drake Bay
Ongetemde natuur en wildlife op zijn puurst
Onze reis begint met een stevig stukje reizen naar Drake Bay, gelegen op het afgelegen schiereiland Osa. Guillermo, onze sympathieke buschauffeur, tuft ons in acht uur van San José, de hoofdstad, naar Sierpe.
Een lange busrit, maar die geeft ons wel meteen een mooie eerste indruk van wat Costa Rica allemaal te bieden heeft. Urenlang tuur ik door mijn raampje dat een bioscoopscherm vol palmdecor en bananenflarden geworden is.
Eens aangekomen in Sierpe, een slaperig dorpje in het zuiden van Costa Rica, stappen we op een boot die ons via een prachtige tocht over een rivier vol mangroves naar Drake Bay brengt. Deze eerste boottocht voelt meteen aan als een overgang naar een andere wereld: dichte jungle, tropische hitte en een gevoel van avontuur dat begint te kriebelen.
Ontdek ook: de mooiste nationale parken van Costa Rica
En of dat gevoel terecht was. Nog geen tien minuten nadat we Sierpe achter ons laten, zien we een gigantische krokodil. Toch even schrikken om onze geschubde vriend zo in het wild tegen te komen. Machtig!
Drake Bay zelf is een klein dorpje, rustig en afgelegen. Veel toeristen slaan deze plek over omdat het zo moeilijk bereikbaar is. Voor mij zit daar net de charme. Onze lodge, El Mirador, ligt verscholen in het groen, vlak bij het strand. Er is geen airco, maar de natuurgeluiden en zonsopgangen maken dat meer dan goed. De volgende dag worden we vroeg wakker met het gebrul van brulapen en het voelt meteen alsof we ver weg van de bewoonde wereld zijn.
Een van de absolute hoogtepunten in Drake Bay is een dagtrip naar het Corcovado National Park, begeleid door een lokale gids. Die neemt je mee op een prachtige wandeling door de dichte jungle. Het nationaal park is enkel per boot bereikbaar, waardoor de natuur er goed beschermd blijft. Het is verboden om wegwerpplastic mee te nemen. Bij aankomst wordt je rugzak dan ook grondig gecontroleerd!
Wanneer we voet aan wal zetten, worden we meteen begroet door een tapir die aan zijn ochtendwandeling bezig is. Onderweg zagen we ook nog toekans, ara’s, doodshoofdaapjes, brulapen, slingerapen en een miereneter. Pas op voor her en der verspreide spinnenwebben. Daar wil je niet inlopen!
De hitte en luchtvochtigheid zijn hier intens, zelfs tijdens het stilstaan in de schaduw loopt het zweet over je rug. Hier voel je echt dat je een van de meest biodiverse plekken op aarde aan het ontdekken bent.
De volgende dag stond er een snorkeluitstap op de planning bij Isla del Caño, waar we, je raadt het ondertussen al, met een boot heen voeren. Het water was hemelsblauw en we zwommen tussen scholen kleurrijke vissen, schildpadden en roggen. Hier heb ik eindelijk het geluk gehad om te mogen duiken tussen reusachtige manta rays. Bucketlistmateriaal!
Drake Bay is prachtig (en afgelegen), maar ook intens: back to basics, zweterige dagen en hete nachten. Toch was het achteraf gezien (spoiler alert!) de plek waar ik me het meest ‘out there in the wild’ voelde. Mijn tip is dan ook: doe de extra moeite en neem Drake Bay mee op in je planning wanneer je Costa Rica bezoekt!
Dag 5-7: Next up, Manuel Antonio
Toeristische hotspot met een reden!
Vanuit Drake Bay reizen we via de Nauyaca-watervallen naar Manuel Antonio, waar we verbleven in het Teva Jungle Hotel, een charmant ho(s)tel met oosterse invloeden en een heerlijk verkoelend zwembad. Bonuspunten voor het prachtige zicht op de jungle.
De Nauyaca-watervallen zijn op z’n minst spectaculair te noemen. Deze 45 meter hoge waterval stort neer in een natuurlijke poel waarin je heerlijk kunt zwemmen. Geniet ook zeker van de cliffjumpers die er elke dag hun gedurfde sprongen showen.
Manuel Antonio is duidelijk toeristischer dan Drake Bay, met meer infrastructuur, winkeltjes en restaurants. Bezoekers komen vooral hiernaartoe om te genieten van talloze prachtige stranden, de rijke biodiversiteit en het meest bezochte nationaal park van Costa Rica: Manuel Antonio National Park. Je kunt hier in de buurt ook goed surfen.
Onze eerste dag hier trokken wij dan ook naar Dominical, een klein hippie/surfdorpje. Deze plek trekt reizigers aan die houden van eenvoud, surf en pura vida! Met een markt is dit ook een leuke plek om je eerste souvenirs te kopen. Neem een handdoek mee, zoek een rustig plekje uit en geniet van zon, zee, strand en surfers.
Uiteraard kan een bezoek aan dat fameuze nationale park niet ontbreken. In het park wandelen we op goed onderhouden paden en spotten we opnieuw veel wildlife: leguanen, wasberen, doodshoofdaapjes en twee soorten luiaards. Dit park staat bekend om zijn luiaards. Een hoogtepunt was het zicht op het strand aan het einde van het pad. Turquoise water, wit zand en jungle die tot aan het strand reikt. De zee zorgt voor een welgekomen verfrissing!
Zoals bij de meeste nationale parken in Costa Rica heb je hier een inkomsticket nodig. Reserveer deze tijdig, want het park kan wel degelijk volzet raken!
We sluiten de dag af met een heerlijke cocktail en zicht op een mooie zonsondergang. Manuel Antonio voelde aan als een fijne tussenstop: een plek om even op adem te komen, met een goed evenwicht tussen natuur en comfort.
Dag 8-9: Monteverde
Nevelwoud, nachtwandelingen en ziplinen
Vanuit de warme kust rijden we het binnenland in, de bergen op, naar Monteverde: een totaal ander landschap. De temperatuur daalt, mist hangt tussen de bomen en het is alsof we een sprookjeswereld binnenrijden. Monteverde staat bekend om zijn nevelwoud, een zeldzaam ecosysteem met weelderige begroeiing, constante mist en een ongeziene biodiversiteit.
Ons hotel hier is simpel, maar gezellig. De sfeer in het dorp is gemoedelijk en alternatief: veel backpackers, biologische cafés en vegetarische restaurants. Een leuke afwisseling na de toeristische drukte van Manuel Antonio.
Een aanrader hier is een nachtsafari in het nevelwoud. Met een gids gaan we op pad, gewapend met een zaklamp. We zien slapende vogels, schorpioenen, insecten, en een tarantula die net komt piepen uit haar hol. De gids heeft een oog voor detail en weet ons met veel enthousiasme te vertellen over alles wat we tegenkomen. Een unieke manier om de jungle te ervaren!
Monteverde draait om natuurbeleving. We wandelden door het Santa Elena Cloud Forest Reserve. De kleur groen krijgt hier een nieuwe dimensie. Kolibries zoefen langs ons heen terwijl we onze ogen open houden om een Quetzal te spotten — een zeldzame, kleurrijke vogel die enkel in specifieke seizoenen voorkomt. Helaas geen geluk vandaag!
Voor wat meer spanning gaan we later op de dag ziplinen over de boomtoppen in het Monte Verde Extremo Park. De langste zipline is meer dan een kilometer lang en geeft je een spectaculair uitzicht over het nevelwoud. Een waanzinnige ervaring, al moet je wel tegen hoogtes kunnen.
Monteverde is voor mij de perfecte plek om even af te koelen, op adem te komen, maar ook om de adrenalinejunkie in los te laten
Dag 10 – 12: La Fortuna
Vulkanisch avontuur
Zoals dat gaat bij een rondreis: als je een land wil zien, is de enige weg vooruit!
De volgende stop is La Fortuna, met als absolute blikvanger de Arenal-vulkaan. We logeren in Hotel Arenal Xilopalo, een groot hostel met ruime gedeelde of aparte kamers. Vanuit het restaurant heb je een prachtig uitzicht op de vulkaan. Elke ochtend Breakfast with a view!
In La Fortuna doen we een mix van actieve en ontspannende activiteiten. We starten de dag met een korte wandeling over oude lavavelden richting een uitkijkpunt met zicht op de vulkaan. Je voelt je erg klein als je voor zo’n oude, slapende reus staat.
Hierna bezoeken we het Mistico Park, een natuurreservaat waar je over 16 bruggen kan wandelen, waaronder 6 hanging bridges. Sommige van deze zijn best spectaculair. De hoogste brug hangt maar liefst 45 meter boven het groene bladerdek te bengelen.
De volgende dag zijn we al vroeg op pad. We trekken naar de Río Celeste, een waar natuurfenomeen. De Río Celeste is een rivier met een opvallend hemelsblauwe, melkachtige kleur. Die kleur dankt de rivier aan een unieke chemische reactie tussen vulkanisch mineraalrijk water en het zonlicht. Achteraf horen we dat we best geluk hadden om deze plek te kunnen bezoeken. Deze regio heeft een micro-klimaat waardoor het weer vaak snel kan omslaan. De afgelopen maanden was het vaak niet mogelijk om dit park te bezoeken wegens te harde regen. Hierdoor lopen de wandelpanden onder en is het te gevaarlijk.
Deze rivier bevindt zich in het Tenorio Nationaal Park. In dit park vinden we ook de Río Celeste Waterfall terug. Na een korte hike van enkele kilometers dalen we af via een lange trap naar het krachtig neerstortende watergordijn.
Een mooie afsluiter van de bergregio.
Dag 13 – 14: Tortuguero
Het mini-Amazonegebied van Costa Rica
Onze voorlaatste stop is Tortuguero, aan de Caribische kust. Dit dorpje ligt midden in het gelijknamige nationaal park en is enkel bereikbaar per boot. De tocht ernaartoe is op zich al magisch: we varen over brede rivieren en smalle kanalen, omringd door jungle.
Tortuguero wordt vaak het mini-Amazonegebied genoemd, en dat is niet overdreven. Het dorpje is klein, kleurrijk en volledig autovrij. Alles gebeurt te voet of per boot. We overnachten hier in Hotel Los Amigos
Een absolute aanrader hier is een vroege kano- of boottocht door het nationale park. Terwijl de zon opkomt, glijden we geruisloos door de kanalen. Onze gids wijst ons op apen, vogels, kaaimannen en leguanen.
In het juiste seizoen (juli tot oktober) kun je hier ook schildpadden eieren zien leggen op het strand. Hoewel wij net buiten het seizoen waren, is het strand op zich ook de moeite. Niet wat je typisch associeert met de Caraïben. Het zand is zwart, bestaande uit lavagesteente en de zee is wild. Het is hier trouwens ook verboden om te zwemmen door de sterke onderstroom. In dit ruige landschap vind ik wel een schoonheid terug.
Nog een kleine tip: Aand de andere kant van het dorp bevindt zich het doolhof aan kanalen. Hier zwemmen zou ik ook niet aanraden. Het krioelt hier van het leven, waaronder kaaimannen, krokkodillen en anaconda’s.
Tortuguero voelde als een zachte landing na de avonturen van de voorbije weken. Een plek om alles even te laten bezinken en ten volle te genieten van de natuurlijke schoonheid van Costa Rica, ver weg van alle drukte.
Dag 15 – 18: Puerto Viejo
Caribische vibes en kleurrijke cultuur
Na ons verblijf in Tortuguero trekken we naar de laatste halte van onze reis: Puerto Viejo de Talamanca. Dit kleurrijke kustdorpje aan de zuidkant van de Caribische kust, vlak bij de grens met Panama, voelt meteen anders aan. Hier hoor je reggae uit de luidsprekers, ruik je verse koffie bij hippe barretjes en voel je een warme, vochtige bries door de palmbomen waaien. Alles ademt hier ontspanning.
We logeren in het Tamara Hotel, op wandelafstand van het strand. Puerto Viejo draait rond ontspanning: we huren fietsen en gaan op eigen tempo op ontdekking langs de prachtige stranden van Cocles, Punta Uva en Manzanillo — elk met hun eigen sfeer, kleuren en geuren.
We bezoeken ook het Cahuita Nationaal Park, normaal een bruisend natuurgebied vol wildlife. Je vindt er enkele van de mooiste stranden van Costa Rica en het is een populaire snorkelplek. Tot nu toe waren we gezegend met goed weer, op wat drukkende bewolking na. Maar vandaag slaat het om. Het regent van ’s morgens vroeg, waardoor een groot deel van het park gesloten blijft. En net zoals wij, schuilen de dieren voor het noodweer, ver weg onze nieuwsgierige ogen. Zwemmen in de zee is door de stevige golven ook geen optie. Dan maar de gezellige cafés en restaurants van Puerto Viejo induiken, ook een vorm van avontuur!
De sfeer in het dorp is warm en uitnodigend. Afro-Caribische invloeden mengen zich moeiteloos met die van de inheemse bevolking en backpackers. Het voelt als een plek waar je weken zou kunnen blijven hangen.
Na enkele dagen ondergedompeld te zijn in de Caribische levensstijl, is het tijd om onze rugzak één laatste keer in te pakken. We keren terug richting San José, maar niet zonder eerst nog één laatste stop te maken: een cacaotour.
Ik geef toe, mijn verwachtingen waren laag. Urenlang luisteren naar een gids die iets vertelt over cacaoplanten, in de brandende zon… niet meteen mijn idee van plezier. Maar ik had het mis. Twee uur later stappen we buiten met een grote glimlach. De gids vertelt het verhaal van cacao op een boeiende en toegankelijke manier en we krijgen de kans om het hele proces te volgen én te proeven. Een aanrader voor iedereen met een zwak voor (echte?) chocolade.
Ook zin om Costa Rica te ontdekken?
Lucky u! Dit kan nog in augustus of november met Beyond Borders. Ontdek hier alle info.
Costa Rica in één woord? Pura vida
Costa Rica is een land dat je raakt. De natuur is ongekend divers, de mensen vriendelijk en het tempo van leven aanstekelijk traag. Elke regio heeft zijn eigen karakter: het wilde Drake Bay, het toegankelijke Manuel Antonio, het mysterieuze Monteverde, het veelzijdige La Fortuna, het rustige Tortuguero en het kleurrijke Puerto Viejo.
Wat ik vooral meeneem, is hoe intens alles aanvoelt in Costa Rica. De kleuren, de geuren, het geluid van de jungle, het zweet op je rug tijdens een hike, het moment waarop je voor het eerst een luiaard in een boom ziet. Costa Rica is geen bestemming om vluchtig te verkennen — het is een land om in onder te dompelen.
Voor wie houdt van natuur en avontuur is dit een absolute droombestemming. Maar wees gewaarschuwd: je keert niet terug zonder minstens één keer “pura vida” te hebben gezegd, gevoeld én geleefd.
