De voorbije zomer was er weer eentje van waterige plannen en nattevingerwerk. Na zorgvuldig wikken en wegen toch maar wéér een veilige keuze gewaagd voor ons jaarlijks meer-weken-plan. Geen uitgestrekt Californië, noch tropische eilandwinden of safari’s tussen viervoeters, het is ons nog even niet gegund. Maar wisten wij veel dat het Patagonië van Europa simpelweg op zo’n 1.000 kilometer rijden van onze voortuin ligt?
Een aandachtige lezer zou ons er op kunnen attenderen dat wij al eens durven overdrijven, maar ik durf ervoor te wedden dat die persoon nog nooit in de Dolomieten is geweest. Want het Noorden van Italië barst van de karbonkels en meesterwerken der natuur, een doorsnee nationaal park aan de overkant van de oceaan slaat zelfs wat bleekjes uit wanneer ze zich met haar Europese zusje probeert te meten. Niet meer dan terecht staan de prachtige Dolomieten te pronken op Unesco’s mooiste lijst en wij tonen je graag waarom.
Frisse neuzen en slapen tussen de bergen: een roadtrip door Noord-Italië
Het is een nachtje stevig doortrekken vanuit België, maar toch verbaast het ons hoe we plots een andere wereld binnen gekomen zijn wanneer ‘s ochtends de eerste bergpassen opdoemen door de aangedampte ruiten. We draaien ons nog eens om in onze warme slaapzak, om aan de andere kant het eerste bergmeer te ontdekken waar we per ongeluk naast geparkeerd staan. We hebben het geluk om weer op weg te zijn met onze liefste en meest trouwe reisgezel, de Volkswagen California. Nog geen 12 uur verwijderd van huis, en we voelen het al borrelen.
Want wakker worden in het midden van de natuur, de zon zien opkomen en de ochtendnevel laten verdwijnen met die eerste tas hete koffie: dat is weg zijn. Snel die sneakers en een warme donsjas aan, de autodeuren wagenwijd open gegooid en longen vol met bergvitamines vullen maar! Geheel toevallig bevindt onze eerste slaapplek zich naast Lago di Resia, schurend tegen de Zwitserse en Oostenrijkse flanken. Dit helblauwe-groene meer geeft het startschot voor Zuid-Tirol, dat samen met de provincies Trento en Belluno de Dolomieten omarmt.
Het decor rondom ons doet weinig ‘Italiaans’ aan, of toch als je kennis van Italië beperkt is tot de wijngaarden en pijnbomen van Toscane, de drukbezochte keienstranden en scheefgezakte torens en colosseums. De bordjes langs de kant van de weg doen twijfelen of je wel effectief de juiste grens bent overgestoken en niet per ongeluk naar Duitsland bent afgedwaald. De houten blokhutten, steeds vergezeld van kitscherige geraniums en versieringen doen ook weinig Italiaans aan. En toch is dit ook het pure Italië, met een fris randje maar oh-zo-mooie landschappen en absoluut niet-te-missen hoogtepunten op je doorreis door pizza-land.
De zon zien zakken op de Seiser Alm & Alpe di Siusi
Weids drapeert deze alpenweide zich rond de mooiste der Dolomieten, ze is zelfs de grootste van gans Europa. Met haar 365 berghutten, kilometerslange wandelroutes en ski-pistes verleidt ze met gemak elke outdoor-fanaat en koele natuurminnaar. Je kan niet anders dan verliefd worden op de vergezichten die de Seiser Alm te bieden heeft. Met de gondellift vanuit Siusi sta je op een wip boven, de dappere stappers doen er iets langer over. Op vaste tijdstippen, vroeg in de ochtend of laat op de avond, kan je ook zelf naar boven rijden over kronkelende banen. Geen grapje, buiten deze uren riskeer je een fikse boete.
Goed nieuws voor de nachtraven: de Alpe di Siusi toont zich op haar mooist in de rozige kleuren van de ondergaande zon. Op een klein uurtje wandelen en rustig stijgend vanop de hoogst gelegen parking, bereik je met gemak het hoogste punt van de weide met zicht op de majestueuze bergtoppen Sassolungo, Sassopiatto, Schlern en Rosengarten.
Bochtenwerk naar de Passo di Giau voor de mooiste zonsopgang ter wereld (of toch bijna)
De Passo di Giau is tegelijk geliefd en gevreesd bij elke wielerfanaat. Ze noemen haar wel eens ‘the Beauty and the Beast’, want deze 10 kilometer-lange tocht, met maar liefst 900 meters aan hoogteverschil doet menig smartwatch tilt slaan en sportief hart sneller slaan. Gelukkig mogen wij rustig aan naar boven bollen, gepakt en gezakt in ons huis op vier wielen. Onderweg naar een van de mooiste bergpassen van Zuid-Europa is het haarspeldbocht na haarspeldbocht genieten van de vergezichten en steile rotswanden.
Hier is het wel vroeg opstaan geblazen, nergens kwam de zon ooit mooier op. Zei er iemand dat we soms overdrijven? Beeld je dan maar eens het volgende in: glooiende weides, gehuld in de rooste tinten ochtendgloed, een rasechte – bijna karikaturale herder – die in de vroege uurtjes voorbij wandelt met kuddes schapen en wilde paarden, en dát tegen een decor van haast geschilderde bergtoppen. Ohja, en nog een verloren bergplasje in het midden van de wei dat als godsgeschenk voor elke fotograaf met plezier de bergpas in al haar perfectie weerspiegelt aan het wateroppervlak. Graag gedaan, je gaat het je niet beklagen om hiervoor vroeg uit je bed te kruipen of een nachtje op de koude bergpas te spenderen.
Kerken kijken bij Santa Maddalena & San Giovanni
Echte kerkgangers zijn we niet – sorry oma zaliger – maar zelfs rasechte atheïsten en aanvoerders van het spaghettimonster laten zich vast en zeker verleiden tot deze kerkjes. Want in de Dolomieten vind je enkele prachtexemplaren, plompverloren temidden van al het natuurgeweld rondom hen. Het zijn bijna absurde taferelen, alsof er uit het niets kleine kerkjes ontspruiten aan het Tiroolse gras.
De kerk van Santa Maddalena ligt op het topje van de heuvel, op zo’n halfuurtje wandelen van de lagergelegen parking. Aan het eind van de Funes/Villnöss vallei staat ze te pronken aan de voet van de Ruefen bergketen, volgens de legende omdat hier een Mariabeeld opdook aan de oevers van de rivier. Deze kerk, met in haar achtergrond de stoere bergen, is mits de juiste condities een van de meest geliefde foto-plekken van de Dolomieten.
Nog zo’n knapperd is de kerk van San Giovanni, eveneens in de Val di Funes een kwartiertje verderop. Helemaal afgezonderd staat zij te blinken in een grasgroen veld, omgeven door het grote niets. Je hoeft niet spiritueel te zijn om hier in hogere sferen te belanden: werkelijk prachtig.
Lago di Braies & Toblacher See
Zelfs al hoorde je nimmer ofte nooit van de Dolomieten, laat staan van Zuid-Tirol, maar als je een Instagram-account bezit, scrollde je vast al eens over een foto van Lago di Braies. Meiden met hoeden en jongens in strakke outdoor-jassen halen hier volop hun likes-hartjes op op de steigers van het ultra-populaire bergmeer. Hoe kan het ook anders: het blauwste bergwater, bijna fluo-groen soms, ademt romantiek en wänderlust. Je kan er elkaar diep in de ogen kijken tijdens een roeitochtje over het meer, terwijl besneeuwde bergtoppen goedkeurend de jeugdige liefde gadeslaan. Die andere honderden toeschouwers en toeristen moet je wel even wegdenken dan, kwestie van de sfeer erin te houden.
Het is een prachtige plek, maar helaas wat verloren gegaan aan massatoerisme en slachtoffer geworden van haar eigen succes. Gelukkig kregen wij van een lieve volger – want social media is niet enkel kommer en kwel – de fijne tip om de nabijgelegen Toblacher See te bezoeken. Bijna even mooi, zonder dobberende bootjes, maar ruim gecompenseerd door de rust en stilte die je er vindt. Trust us: een welkome verademing wanneer je net het Braies-meer getrotseerd hebt.
Onze route door de Dolomieten:
Onze reis door de Dolomieten maakte deel uit van een 3 weken lange roadtrip doorheen Italië en Sardinië. We beperkten ons tot enkele hoogtepunten en korte stops en bleven er een drietal dagen. Voldoende om stevig wat kilometers en hoogtemeters te vreten en het pure moois van Zuid-Tirol te beleven:
- Dag 1: Een stevige rit van Leuven naar Lago di Resia
- Dag 2: Bezoek aan Santa Maddalena & San Giovanni – Zonsondergang op de Seiser Alm & Alpe di Siusi
- Dag 3: Wandelen langs Lago di Braies & Toblacher See – Overnachten op de Passo di Giau
- Dag 4: De zon zien opkomen aan Passo di Giau – Vertrekken richting Venetië