We beginnen aan een Odyssee van alcohol in Baden-Württemberg, in het zuidwesten van Duitsland – een ideale bestemming voor wijnliefhebbers. Bekend om zijn Riesling en Spätburgunder, biedt de regio prachtige wijngaarden en schilderachtige dorpen. Vanuit België is het eenvoudig bereikbaar met de auto of trein. Karlsruhe, een belangrijke toegangspoort tot de regio, ligt nabij het Zwarte Woud en is beroemd om zijn paleis en unieke stadsontwerp. Deze levendige stad tussen druiven en dalen vormt een perfecte uitvalsbasis voor het ontdekken van de lokale cultuur en gastronomie.
Na een doorreis door het Zwarte Woud spoelen we ons bitterzoete gemoed weg met een wit wijntje in de Clauer Winery van Heidelberg. En wie is we? Het favoriete wijn-reis-gezelschap van Vintastique: Ben voor de toeristische weetjes en heerlijk flauwe moppen, Jens voor de wijn-weetjes en om de trip wat grandeur te geven, Dieter met zijn filmmateriaal en onnavolgbare dansmoves en mezelve met pen en camera in de aanslag.
We snoeien jonge wijnranken terwijl de wind over de berghellingen rolt en de geheimen van het gebied in onze oren fluistert. Dit is het warmste gebied van Duitsland — ideaal voor wijnbouw. Hier verbouwen ze alles, van Sauvignon en Merlot tot Cabernet. Het landschap in en rond de Badische Bergstraße blijft ons verbazen: glooiende heuvels, groene bossen en wijngaarden op steile hellingen, waar we ons nog net niet aan wagen.
Het is niet onze eerste keer in Baden-Württemberg, maar de regio met steden als Karlsruhe en Heidelberg, Baden-Baden en het magistrale Lake Constance (of Bodensee) blijft ons verrassen. Onder het genot van een pretzel en een fluit Riesling worden we meteen aan het werk gezet.
De Badische Bergstraße
In de Wachenburg-regio ademen we de middeleeuwse sfeer in. Op een traject van amper enkele tientallen kilometers stuiten we op dertig kastelen en schlossen (lispelen is uit den boze op een wijntour). De Bergstraße holiday route neemt je 80 kilometer lang van Heidelberg naar Darmstadt, waar er meerdere parels van stadjes op je liggen te wachten.
Weinheim, de stad waar we vanavond verblijven, heeft ondanks zijn naam niets met wijn te maken, maar het is er prachtig. De plaatselijke burcht werd zelfs gebouwd door studenten, wat ons met schaamrood op de wangen doet terugdenken aan de luchtkastelen uit onze eigen studietijd.
Vanuit Weinheim trekken we naar Schriesheim, waar we een date night hebben versierd met de wijnkoningin van Baden-Württemberg. Hoewel ze niet van adel is, beklimmen we met haar de berg in kostuum. Tot onze verrassing blijkt dit een eettriootje te worden: Anna Scheid, de wijnkoningin, wordt bijgestaan door twee prinsessen in greize jurken met glinsterende kroontjes. Hun kasteel, dat er nogal vervallen uitziet en dringend ramen nodig heeft, lijkt niet op een traditionele burcht.
We duiken met deze bevallige ambassadeurs meteen de wijncultuur in. Hun familie zit al generaties lang in de wijnbusiness, en dat proef je. De lokale Müller-Thurgau druif kenmerkt zich door een fijnzinnige fruitigheid, die de zintuigen prikkelt. En ook voor de rosé “Spätburgunder Weißherbst” halen wij onze neus niet op.
De Bodensee (Lake Constance)
De verscheidenheid van deze regio verrast ons opnieuw als we van het noorden afdalen naar de Bodensee, een verborgen parel van Duitsland. De weerspiegeling van de zon op het water creëert een zeeklimaat en een uitermate vruchtbare bodem — ideaal voor wijnbouw. De druiven staan in volle bloei, wat betekent dat binnen exact 100 dagen de oogst begint.
Op de Bodensee (bij Immenstaad) wagen we ons aan een avontuur op een authentieke zeilboot. De zeilen van de rode walvis, een replica van de “Ladine” — een oude boot die ooit op de bodem van het meer werd gevonden — worden gehesen. Een zonsondergang zit er helaas niet in, want een dichte mist trekt op en hult ons in een grijze sluier. De valleien vormen plots het decor van Twin Peaks.
Hagnau am Bodensee
Onze laatste stop is de wijncoöperatie van Hagnau. Om de zoveel tijd viert het bestuur hun coöperatie door een houten vat open te breken. Deze vijf meter hoge vaten liggen als dikke olifanten in de kelder te rusten. Helaas mogen we nog geen van de beesten wakker maken, maar we proeven wel een fantastische Pinot Noir: rood fruit, kers, een beetje hout — en de typische Duitse bodem en het klimaat zijn duidelijk te herkennen. Als je tenminste een kenner bent. Op een hoogte van 400 tot 600 meter boven de zeespiegel, waar het wat koeler is, rijpen de druiven langzaam en ontwikkelen ze hun unieke karakter.
Tenslotte en ten kastelen, met een laatste slok van deze bijzondere Pinot Noir sluiten we onze wijnreis af. Terwijl de mist optrekt en we het doorgaans zonovergoten land van kastelen en druiven achter ons laten, beseffen we dat op onze Odyssee van alcohol geen enkel wijnglas veilig is gebleven — precies zoals het hoort.